Werken met leerdoelen
Door te doen wordt een doel werkelijkheid
Voornemens, plannen en ideeën. Leuk allemaal, maar je hebt daar niet veel aan als je de stap naar de uitvoer, het doen, niet maakt. Want in plannen kun je niet wonen, van ideeën ga je niet sneller lopen en met voornemens word je geen betere leider.
Nee, bij al deze zaken behoort ook gewoon het doen, het handelen. Anders blijf je die uitvinder, die kamergeleerde van rapporten en studies.
Door vier mentale stappen te maken, versterk je het doen, zorg je ervoor dat je je plannen en ideeën realiseert. Je leert te leren met doelen.
Doel
De eerste stap is om een doel te stellen dat praktisch en concreet is en waarin een werkwoord is opgenomen.
Als je sneller wenst te schaatsen dan is dat een mooi doel, maar lastig om aan te werken. Waar te starten namelijk? Bij conditie, techniek of valangst?
Dat gaat dus niet werken. Je moet een concreet, praktisch en tastbaar doel hebben. Een doel beschrijft een onderwerp, een facet van je houding en gedrag, waar je gericht aan kunt werken. Een doel zou dan zijn: schuiner afzetten in bochten voor meer vaart of leren om te vallen. Dat kun je oefenen.
Maak vervolgens het heilige besluit, de afspraak met jezelf waar niemand tussen komt, dat je ook daadwerkelijk je doel gaat oefenen, dat je eraan gaat werken. Die mentale barrière overstappen is het begin.
Oefenen
Dan ga je oefenen met je doel. Het oefenen gaat eenvoudiger als je weet waar en hoe je gaat oefenen. Kies een plaats waar dat veilig kan en waar er niet teveel op het spel staat.
In de schaatsmetafoor: twee keer per week tijdens de schaatstraining ga je oefenen met balans in de bocht, en het schuiner neerzetten van je schaats.
Je kunt overal oefenen. Op feestjes, in de winkel en op het werk, in de pauze en in overzichtelijke werksituaties. Als je merkt dat je voortgang boekt, dan kies je voor een omgeving waar meer van je wordt gevraagd. Oefen veel en in veel situaties. Maak veel uren maken. Lekker variëren en doorgaan.
En zo kom je bij de derde stap.
Doorgaan
Tijdens het oefenen zul je misschien een keer vallen of tegen de muur lopen. Sta dan op en ga door. Laat je niet van je plan afbrengen door uitblijvend succes. Je hebt immers een afspraak gemaakt met jezelf. Ben geduldig, maar niet passief.
Zie het oefenen als een spel, geniet ervan. Geniet ook van de kleine overwinningen op jezelf.
Vaak ligt het punt slagen net achter het moment van opgeven.
Wat hierbij helpt is om een helpende gedachte te formuleren die jou steunt bij een ‘val’.
‘Wat vandaag niet lukt, lukt morgen misschien wel’; of ‘ik hoef niet alles in een keer goed te doen’; of ‘ik hoef de beste te worden’ en ‘als ik al iets groei ben in tevreden’.
Dan volgt stap vier.
‘tussen droom en daad staan wetten in de weg en
praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren
En verolg
Ontregelen
Laat je niet ontregelen en van de wijs brengen. Niet door jezelf en ook niet door anderen.
Een deel van je omgeving zal het oefenen en je groei het mooi vinden, zal het je gunnen. Een deel zal het ook minder leuk vinden. Die krijgt zelfs misschien zelfs last van je omdat je aan het groeien bent. Die afkeurende stemmen hebben niets met jou van doen. Luister daar niet naar. Mocht je je dan toch geraakt voelen door allerlei commentaar en bedenkelijke gezichten, pas dan de STOP-techniek toe:
S top:
stop gewoon even met communiceren en reageren
T ime-out:
adem even diep, denk nergens aan, denk aan een zonnige dag, glimlach
O bserveer:
zie wat er gebeurt, ligt het aan jou of die ander? relativeer
P ak de draad op:
ga gewoon weer door, probeer weer een keer
Ontregelen – vervolg
En dan is er nog die andere ontregelaar. Dat ben je zelf, mogelijk is dat zelfs de grootste.
Het doen wordt vaak tegengehouden door allerlei (minder) logische en (ir)reële bezwaren en praktische belemmeringen.
Breng je jezelf niet van de wijs door te veel luisteren naar deze onzekerheden en angsten. ‘Ik kan het niet, ik bereik het toch niet, mag het wel’. Deze gedachten van angst zijn op zichzelf niet zo erg, wel als je er naar gaat handelen. Want dan word je doel en voornemen al snel een ‘rapport voor de lade en kom je zolderkamer niet meer af’.
‘het onderwerp van je angst is je leerdoel
Probeer verder van deze reële gedachten een doel, een aanscherping voor je ontwikkeling, te maken. Want deze zijn er niet voor niets anders was je wel eerder met het DOEN gestart. Ze betekenen iets. Maar wat? Wat zegt je angst of onzekerheid je? Wat heb je te leren? Waar stoot jij tegen aan? Waar heb je mee leren om te gaan? Dat is voor een ieder persoonlijk te ontdekken via reflectie en feedback om te vertalen naar een leerdoel. Maak dat concreet en praktisch zoals in de eerste stap. Je hebt een nieuw en verfijnd doel.
DODO is de roze olifant
De vier beginletters van iedere stap: Doel, Oefenen, Doorgaan en Ontregelen vormen het woord DODO. Maak een plaatje in je hoofd van iedere stap en van DODO om altijd en direct toe te passen als een situatie er om vraagt.
De denkbeeldige knoop in je zakdoek, de roze olifant waar je niet aan mag denken, maar die je niet vergeet.
De DODO werkt echt! Het heeft mij geholpen mijn boek ‘Het Witte Konijn’ te schrijven en ook te publiceren.
Ik wens je oprecht veel succes met het doen.
Verdere verdieping?
Kijk ook bij de downloads voor verdere lering en vermaak, over o.a. transactionele analyse (herkennen van communicatiepatronen) en het leiden van de dialoog.
En lees het blog over ‘deliberate practice’: hoe je tot prestatieverbetering komt door uit je ‘automatische piloot’ stand te gaan.
Wil krachtiger optreden en effectiever zijn?
Kom dan naar de workshop
‘De kunst van het krachtig interveniëren’
Drie keer per jaar diepe inzichten, veel oefenen en feedback